WAT MOET JE WETEN OVER TRAUMA?

• Trauma’s zijn voor iedereen anders. We zijn allemaal mensen en alles heeft op ons een andere uitwerking. Wat de een als traumatisch ervaart, hoeft een ander niets te doen. Het pad van genezing en bewustwording is daarom voor iedereen anders, bewandel je eigen pad.

• De betekenis die jij aan de traumatische ervaringen geeft, is jouw beslissing. Als je deze ervaring ontkent, kun je hier veel last van houden en kan het erger worden.

• Als je je trauma’s niet aanpakt en geneest, leef je in de overlevingsmodus. In de overlevingsmodus heb je gedragingen als reactiviteit, je afsluiten, zwart-wit denken, denken in tekort en gebrek, vergelijking, jaloezie of competitie.

• Een trauma kan ervoor zorgen dat het spiritueel ontwaken wordt geactiveerd en kan een diepe genezing geven.

Trauma kun je niet meten

• Als je partner, of iemand anders waar je een band mee hebt, ook een trauma heeft, wil dat niet zeggen dat het van de één erger is en meer valide dan die van de ander. Je hoeft jezelf dus nooit weg te cijferen voor iemand anders.

• Al je onopgeloste trauma’s leiden tot buitenproportionele reacties op een situaties. We noemen dat triggers. Deze reacties laten je zien waar je nog iets te genezen hebt en nodigt je uit om jezelf te observeren en naar binnen te gaan, zonder oordeel.

• Een trauma is geen ziekte of diagnose, het betekent niet dat je “kapot” bent en er is ook niets mis met je.

• Als je wil genezen van je trauma dan is het noodzaak om te leren om veilig te zijn in je eigen lichaam. Zorg ervoor dat je zenuwstelsel rustig en veilig is in het nu. Wat je kunt doen is diep ademhalen, aarden, iets creëren, schudden, dansen, maar ook tijd doorbrengen in de natuur.

• Een trauma verandert hoe je jezelf, anderen en de wereld om je heen ziet. Net zolang totdat jij je bewust wordt van je eigen patronen en overtuigingen. Pas als je bewust gaat worden, kun je vanuit meerdere perspectieven iets gaan kijken.

• Het trauma van je partner leren begrijpen is de liefdestaal die je spreekt.

Auteur: Madeleine van Mourik.